Hoofdstuk 2 - Accepteren of sterven?
De man brak uit in een zware, luide lach. Je kon zien dat hij genoot van de angst in Liams gezicht.
'De Dood?! Dat is onmogelijk, de dood is een natuurverschijnsel niet een persoon. Dat bestaat niet! Dit is gewoon een droom, of beter gezegd een nachtmerrie.' Liams gedachten raasden door elkaar. Voor de zoveelste keer keek hij om zich heen opzoek naar een uitweg en net zoals de keren voorheen was die er niet.
Liam probeerde te kalmeren en besloot alleen de belangrijkste vragen te stellen.
'Betekent dit dan dat ik dood ga?' Liam keek met zijn blauw-grijze ogen de Dood aan.
'Dat zou kunnen, maar ik ben hier met een voorstel.' De Dood keek terug met zijn starende ogen. Liam begon nieuwschierig te worden, hij was niet alleen in de war maar ook geïnteresseerd in wat de Dood te bieden had.
'Een voorstel?'
'Luister, dat ik de Dood ben betekent niet dat ik niet weet wat rust is. Zodra een mens sterft zal het rusten in een eeuwige slaap. Maar aangezien ik de Dood "ben" heb ik geen rust. Daarom zoek ik hulp, iemand met wie ik deze taak kan delen.' In het gezicht van de Dood was nog niks veranderd. Het leek net alsof hij geen emoties had.
'Wat houdt deze taak in.' Vroeg Liam geïnteresseerd.
'Dit houdt in dat jij mensen naar de hemel of hel kan sturen. Jij kan beslissen wanneer het tijd is dat het leven iemands lichaam moet verlaten.' De Dood wist dat Liam geïnteresseerd was, hij kon het horen aan zijn stem.
'Dus ik kan mensen doden als ik vindt dat ze lang genoeg geleefd hebben?' Liam wist dat deze beslissing op leven en dood was, letterlijk.
'Ja maar wees gewaarschuwd, als jij deze macht voor jezelf gebruikt zullen de gevolgen zwaar zijn. Niet alleen voor de mensheid die je uitroeit, maar ook voor jezelf. Het is mogelijk dat je naar hel gestuurd wordt, een plek waar je voor in de eeuwigheid zult branden en lijden. Niet bepaald een pretje garandeer ik je.' De Dood las van Liams gezicht dat hij bang was, maar hij wist dat Liam niet veel keus had. Het was of zijn voorstel accepteren of in een eeuwige slaap terecht komen.
'Ik moet accepteren, ik kan degene die ik liefheb niet missen. Het wordt zwaar maar zo kan ik voortleven en ik kan mijn vriend en familie beschermen.' Liam dacht diep na.
Zijn besluit stond vast.
'Ik doe het.' Liam ging rechtop staan en keek naar de Dood.
'Mooi zo, ik wist dat ik op je kan rekenen.' De Dood zette een paar stappen naar voren en pakte Liams hand. Liam keek toe hoe de koude, gerimpelde handen die van hem pakten. Zijn rechterhand werd tussen die van hem vastgeklemt en keek toe hoe de Dood zijn ogen sloot en een spreuk uitsprak. De onderkant van zijn hand die nu omgedraaid lag begon te branden. Liam liet een schreeuw ontsnappen en trok zijn hand terug zodra de Dood zijn hand losliet. Hij keek naar zijn hand en zag er een teken opstaan.
'Wat betekent het?' Vroeg Liam terwijl hij met de vinger van zijn andere hand eroverheen wreef.
'Het is het dodenteken voor Ziel.' Beantwoorde de Dood hem.
Liam, die zijn blik nog niet van zijn hand af had laten dwalen, sloot zijn hand in een vuist zodat je het teken niet kon zien.
'Ik heb nog een vraag.' Liam stond zelfverzekerder dan eerst tegenover de Dood.
'Hoe kan ik iemand naar hemel of hel sturen?'
'Das niet zo moeilijk.' De Dood krijgt weer die akelige glimlach en loopt een halve ronde om Liam tot hij achter hem staat. De Dood steek zijn arm vooruit en laat zijn hand op Liams rug rusten.
'Zodra het zover is sluit je je ogen, met deze macht kom je samen met het slachtoffer op deze plek terecht. Het slachtoffer zal in de war zijn, dat is het moment dat je hetzelfde moet doen als ik nu doe. Ga achter hem staan, leg je rechterhand op de rug en concentreer je op zijn ziel. Daarna zal alles vanzelf gaan. In het begin is het wennen maar na een tijdje is het zo gedaan.' De Dood haalde zijn hand van Liams rug en ging weer voor hem staan en zette zijn capuchon op.
'Maar wees nogmaals gewaarschuwd, wordt niet geobsedeerd door deze macht. Zoals ik net al zei, de consequenties zijn groot.' Herhaalde de Dood nogmaals.
'Wat gaat er nu gebeuren?' Vroeg Liam.
'Je zult zo wakker worden in het ziekenhuis waar je lichaam nu ligt. Je kunt altijd contact met me maken wanneer je wilt.' Liam knikte en keek weer naar zijn hand. Hoe vroeg zich af hoe hij dit teken aan zijn vrienden en ouders moest gaan uitleggen. Hij kan moeilijk zeggen dat het een dodenteken is, maar als hij zegt dat het een tattoo is krijgt hij zijn ouders op zijn dak.
'Nog één laatste ding, er gebeuren veel ongelukken in de wereld. Ik kan moeilijk van de ene plek naar de andere gaan.' Zei Liam
'Geen zorgen, je werkt met mij dus dat scheelt al de helft. En in je slaap heb je tijd zat. Je hoeft er niet plekke te zijn, 's nachts zal het ene na het andere slachtoffer komen. De volgende dag zul je niet moe zijn want dit is allemaal mentaal.' De Dood liet voor de laatste keer nog een angstaanjagende lach ontsnappen.
'Ik heb nog wat voor je.' De Dood pakte iets uit zijn zak van zijn slordige, duiste kleding. Hij haalde er een ketting uit in vorm van een grafkruis.
'Als je me nodig hebt leg je deze ketting op het dodenteken en concentreer je je op mij. Dan zien we elkaar weer op deze plek.'
'Oke, bedankt.'
'Ohw en nog iets, niet schrikken zodra je wakker wordt. Je wonden zien er niet best uit en je hebt ern been en een rib gebroken. Dus bereid je alvast voor.' Nadat de Dood dit gezegd te hebben werd het wit om hun heen feller, alsof het een licht was. Het werd zo fel tot Liam niks meer zag en alles in één keer zwart werd.
Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Com