Truyen2U.Net quay lại rồi đây! Các bạn truy cập Truyen2U.Com. Mong các bạn tiếp tục ủng hộ truy cập tên miền mới này nhé! Mãi yêu... ♥

Hoofdstuk 66: Jurians POV

Tijd voor Jurian! 8) Hoe toepasselijk eigenlijk. Demonenprins die aan het woord is in hoofdstuk 66. xD Oké, genoeg gepraat. Let's go!

---

Ik wist dat ik op moest staan. Er stond nog zoveel te gebeuren. Overleg met maar liefst drie adviseurs, ik wilde poolshoogte nemen bij Katana, de troepen checken en zelf nog wat trainen. Misschien dat ik een deel van die taken sowieso maar moest uitstellen, om een oogje te kunnen houden op Feline die weer eens veel te eigenwijs was. Ze was te rusteloos.

Toen ik mijn ogen opende en haar niet meer in bed aantrof, zuchtte ik diep. Mijn hand gleed over de plek waar ze had gelegen. Koud. Ze was dus al even weg. 

Ik rekte mij uit. De dag was pas net begonnen, dus ik vroeg mij sterk af wat er zo belangrijk was, dat het niet een uurtje of twee kon wachten. Tijd om daar achter te komen.

Ik kleedde mijzelf aan en gaapte. Daarna liep ik naar beneden om een ontbijt te halen. Onderweg begroette ik enkele wachters, glimlachende bediendes en anderen die gebruik maakten van dit dak boven hun hoofd. Dat was vroeger wel anders geweest.

Misschien zou ik nooit durven toe te geven dat Feline mij wezenlijk veranderd had. Het licht dat ik zo zorgvuldig weg had gestopt om sterker te worden dan ik ooit was geweest. Ik had licht gezien als zwakte, als een teken van nutteloze hoop. Maar het vuur in haar ogen had het terug naar het oppervlakte getrokken. 

Tegen de tijd dat ik bij de keuken was aangekomen, keek ik in het fronsende gezicht van de kok. Ik kon me niet meer herinneren hoe lang hij hier al was. Volgens mij hoorde hij bij de inboedel.

'Komt de prins eindelijk ontbijten?' vroeg hij.

We waren nooit echt formeel geweest met elkaar. Hij had nooit iets te vrezen gehad, en dat wist hij. Hij had nooit kenbaar gemaakt of hij angst voor mij had gehad, zelfs niet in mijn duistere dagen. 

'Je doet nou net alsof je nog niets hebt hoeven te doen vandaag,' merkte ik rustig op, waarna ik het een en ander bij elkaar raapte.

'Het is bizar rustig geweest vanochtend,' merkte hij op. 'Alsof iedereen besloten heeft uit te slapen.' 

Ik trok een wenkbrauw op, maar keek hem niet aan. 'Je hebt al een vroege vogel op bezoek gehad, als het goed is.' Toen ik mijn bord, en een tweede daar aan toe, vol had, keek ik hem weer aan. 

Hij maakte geen opmerking over de lading voedsel die ik mee zou nemen. Hij wist net zo goed als ik dat het niet alleen voor mij was. 'Ik weet niet waar je het over hebt.' 

'Feline,' lichtte ik rustig toe. Ik voelde irritatie opborrelen, maar ik mocht niet vergeten dat anderen niet de gehele dag aan haar dachten. Geluksvogels. Mijn gedachten leken af en toe wel overspoeld te worden. Ik wist dat het een bijwerking was van de band die we hadden. Iets in mijn duistere magie reageerde op haar aanwezigheid, maakte het makkelijk om in haar hoofd te komen. Ik beheerste het nog niet voldoende om het heel bewust te kunnen gebruiken.

Nu ik er aan dacht... Het was redelijk rustig in mijn hoofd. Waren het de weggeëbde zorgen, of iets anders? 

'Ik heb haar nog niet gezien vandaag,' antwoordde de kok schouderophalend, waarna hij doorging met het volladen van de schalen eten.

'Oh,' merkte ik verbaasd op. 'Dan ben ik benieuwd waar ze mee bezig is. Haar kennende zal ze wel niet te lang op zich laten wachten.' Daarna liep ik met de volle borden weer weg. Waarschijnlijk was ze lusteloos geweest en was ze naar de ziekenzaal gegaan. Volgens mij had ik haar vannacht ook nog horen stommelen. De aanval en de oorlog vielen haar zwaarder dan ze waarschijnlijk ingecalculeerd had. 

Het voelde als de stilte voor de storm toen ik met het eten naar de kamer ging waar Katana en Calum waren. Het begon routine te worden. Omdat Calum niet van het bed af te krijgen was, zelfs niet voor wat eten, was het aan mij om ervoor te zorgen dat hij in ieder geval genoeg kracht bleef houden om rechtop te blijven zitten. Als het Ashlynn al lukte om hem weg te sturen, waar ze wonderbaarlijk goed in was, dan was hij vaak al met een paar minuten terug. Ashlynn had zijn trainingen in het kamp van hem overgenomen, maar misschien was het geen slecht plan om even met hem te praten. Je kon hem duidelijk zien aftakelen. 

Iets voelde niet goed toen ik de laatste meters naar de kamer aflegde. Gelukkig werd dat gevoel ontkracht toen ik binnen kwam en ik zowaar in Katana's ogen kon kijken. Ze was eindelijk weer bij. Ontzettend verzwakt, natuurlijk, maar in ieder geval weer een ogenblik bij bewustzijn. 

'Goedemorgen,' grijnsde ik naar haar. 

Calum, die zich duidelijk een stuk beter voelde nu, grinnikte. Hij wist dat er een klaagzang zou komen.

En die kwam. 

'Goede morgen? Als jij die klote hoofdpijn van mij zou voelen, zou je je woorden verdomme wel even aanpassen,' vloekte ze. 'Doe even normaal met je goede morgen, man. Volgens mij ben ik wel aan twintig spiesen gespiest. Ik voel me een levend satéstokje.' 

Ik onderdrukte een lach. 'Mochten we een voedseltekort hebben, weet ik je te vinden.' Ze was in ieder geval weer spraakzaam, ondanks dat het er vrij moeizaam uit kwam. 'Zodra het gif uit je lijf is, zal Calum je vast met liefde willen genezen.' 

'Dat is vast niet het enige dat hij wil doen,' grijnsde Katana.

Calum maakte een verontwaardigd geluid. 'Is dat de dank die ik krijg voor het redden van je leven?' Maar zijn pretoogjes zeiden genoeg.

Ik hield de borden even omhoog, alvorens ik ze op de tafel zette. 'Ik heb voedsel. Mocht je iets door je keel krijgen, hoop ik dat Calum met je wilt delen, Kat.' Zelf pakte ik een broodje van de schaal en gooide ik die naar Calum. Katana schudde haar hoofd toen Calum haar die aanbood, dus pakte ik daarna iets voor mijzelf. 

Katana vloekte nog wat terwijl ze zich verschoof. Waarschijnlijk zou ze hierna weer een flinke poos buiten bewustzijn raken.

Ik plofte op een stoel neer en nam een flinke hap van mijn broodje. Toen ik het weggewerkt had, vroeg ik: 'Is Feline al langs geweest?' 

Calum schudde zijn hoofd. 'Niet dat ik weet, al is ze wel behoorlijk lichtvoetig.' 

Zou ik haar misgelopen hebben? 'Vreemd. Ze is ook nog niet voor het ontbijt geweest.' 

'Misschien is ze bij het kamp?' opperde Calum.

'Waarom zou ze dat doen zonder eerst wat te eten? Ik bedoel, het is Feline waar we het over hebben,' grinnikte ik.

Calum knikte instemmend en Katana zei: 'Sterk punt.' 

'Die zal zo wel opduiken,' concludeerde ik, al zat het mij niet helemaal lekker. 

Een blik in haar oude kamer en navraag bij de kok leverde niets op. Ze lag niet te slapen en was ook nog niet bij het ontbijt geweest. Daarom besloot ik naar het kamp te gaan. Op het moment dat ik de deur open trok om naar buiten te gaan, kwamen er twee krijgers toesnellen. 

'Prins, uw aanwezigheid wordt gevraagd in het kamp bij de generaal, ze zei dat het zeer dringend was,' zei de een vrijwel buiten adem.

Meer had ik niet nodig om mijn vleugels open te slaan en met een ruk de lucht in te schieten. De dankwoord kon er niet vanaf. Ik had al een naar gevoel gehad. Waarschijnlijk had Feline dit ook gehad en had ze haar goede vriendin Ashlynn opgezocht.

Binnen enkele minuten was ik in het kamp. Het stof stoof op toen ik met een flinke vaart op de grond neer kwam. Enkele krijgers doken weg. Schijnbaar had ik hier nog wel een redelijk angstaanjagende status. Ik kon het ze niet kwalijk nemen. Mijn duistere dagen waren iets wat ik het liefste diep weg stopte. Die gingen met veel schaamtegevoel gepaard.

Ik beende naar de tent die Ashlynn tot haar eigen had gemaakt. Toen ik de tentflap opzij trok, verwachtte ik zowel Ashlynn als Feline aan te treffen. Echter trof ik alleen Ashlynn aan. Vanaf waar ik stond, zag ik alleen haar rug, maar zelfs vanaf hier kon ik zien dat elk spiertje aangespannen was.

'Ashlynn?' vroeg ik aftastend. Er straalde een flinke kracht van haar af. 

'Had je het niet door?' vroeg ze gevaarlijk zacht. Ze wierp een blik over haar schouder en er stond haat en verslagenheid in haar ogen.

Ik voelde mijn lichaam verstijven. Niet om de blik in haar ogen, die had ik al veel vaker bij anderen mogen zien, maar ik vertrouwde de onheilspellende woorden niet.

'Verdomme, Jurian, je bent haar wederhelft,' blafte ze. 'Hoe kon je het verdomme niet doorhebben?! Jurian, je bent de grootste, verdomde idioot die ik me kan voorstellen.' Ze schreeuwde nu. Er rolde een traan over haar wang.

'Nee,' zei ik ferm, ik weigerde dit te aanvaarden. Ik wilde niet weten wat ze had uitgespookt. Maar ook weer wel. 

Ze liep naar me toe en duwde tegen mijn borst. 'Je hebt haar recht in de val van de duivel laten lopen!' snauwde ze woedend. 

Ik greep haar polsen vast en keek haar aan. Ik wist dat mijn ogen enkel nog koelte uitstraalden. Deze meid moest zich even gaan beheersen voordat ik dingen ging doen waar ik spijt van kreeg. De koelte van mijn ijs doofde de furie in mijn binnenste. 

'Waarom is ze zo verdomd eigenwijs, we hadden haar moeten opsluiten toen het nog kon,' zei ze, iets meer beheerst, waarna ze in tranen uitbarstte. 

Ik trok haar naar mij toe en liet haar gaan. Mijn blik gleed naar de tafel die centraal in de ruimte stond. Vrijwel alles was met geweld op de grond gegooid, maar er lag een voor het oog smetteloze brief. 

Toen Ashlynn, die ik totaal niet herkende zo, enigszins tot bedaren was gekomen, liet ik haar los. Heel kort observeerde ik haar, tot ik mijn lichaam niet meer kon houden. Ik leek de korte afstand naar de tafel te overbruggen in amper een seconde. Ik griste naar de brief, die ik bijna niet te pakken kreeg door de adrenaline die door mijn lichaam stroomde.

Ik rook het al op het moment dat ik de brief vastpakte. Bloed. 

Ik wilde het uitschreeuwen terwijl ik de brief open vouwde. Het leek alsof de hele brief in bloed gedrenkt was. Feline's bloed, ongetwijfeld. Het had de sierlijk geschreven woorden die een hele duidelijke boodschap met zich meedroegen ontzien. 

Nou, Jurrie, het lijkt erop dat het feestje nu eindelijk kan beginnen. Kom je het spektakel stuk aanschouwen? Ik beloof je dat het een vurig optreden wordt. 

Liefs, Katherine

Ik werd er misselijk van, dat durfde ik gerust toe te geven. Katherine was nooit van plan geweest om een eerlijk spel te spelen. Wat Feline ook had gedacht toen ze vrijwillig naar haar toe ging, het was absoluut niet dit geweest.

 Waarom? Het woord galmde door mijn hoofd terwijl ik steun zocht op de tafel. Ik hoorde het hout kreunen onder mijn gewicht terwijl mijn gedachten overspoeld werden door dat woord. 

Waarom had ze dit gedaan? Dacht ze dat ze nobel was toen ze besloot een deal te sluiten met de duivel? Want dat was ongetwijfeld hetgeen wat ze gedaan had. De o zo naïeve Feline dacht zo slim te zijn toen ze naar Katherine was gegaan.

Iedereen zou het haar af hebben geraden. Dat was ongetwijfeld de reden geweest waarom ze het aan niemand had verteld. Iedereen had haar kunnen vertellen dat Katherine het vuil zou spelen. Zij was een meester in het ontduiken van regels en consequenties. Zij boog de regels naar haar hand, herschreef ze in haar voordeel. Katherine zag overal wel een optie om te winnen. Wat Feline ook had gedaan, ze kon haar niet te slim af zijn geweest. 

Katherine was te sterk. Ze beheerste krachten die niemand begreep. Toentertijd wist ze niet hoe ze daarmee om moest gaan. Als ze nu wist hoe ze er zelf ongeschonden mee vanaf kon komen als ze het zou loslaten, zou dat voor iedereen de ondergang betekenen. Feline was niets minder dan een speeltje in haar handen. Ze zou haar afmaken, nee, net op het randje van leven houden. Ze zou ervoor zorgen dat ze bij bewustzijn bleef, dat ze alles zou voelen. Katherine zou Feline mentaal breken tot er niets meer van haar over zou zijn. 

Al het licht in mij ebde weg. Alle hoop, al wat goed was. Ik voelde het bijna uit mij weglopen. Dit was mijn fout. Ik was niet duidelijk genoeg geweest over het gevaar dat Katherine was. Ze had mij niet genoeg vertrouwd om haar plan met mij te delen. Ik... ik had niets gemerkt.

Ik balde mijn vuisten. 

'Jurian?' vroeg Ashlynn beverig. 

Toen ik mijn hoofd oprichtte en haar zonder enige warmte aankeek, besefte ik mij dat ze niet beverig was van haar verdriet. De tent leek in een winterwonderland te zijn veranderd. 

'Jij gaat iets voor mij halen en wel nu meteen,' beval ik haar. 

Ze deinsde iets terug. 'Sorry?' 

Ik legde haar vlot uit wat ik van haar verwachtte, maakte niet meer woorden vuil dan nodig. Af en toe zag ik haar ogen groter worden van ongeloof.

'Wat ga jij doen?' vroeg ze toen ik klaar was en zij alles begreep.

Ik snoof woedend. 'Ik ga mijn meest meedogenloze krijgers bijeenrapen en een feestje verstoren.' Ik haalde diep adem. 'Het wordt tijd dat deze slang wordt afgemaakt. Voor eens en altijd.' Kort wierp ik een blik op haar. 'Zorg dat je op tijd bent en dat je haar daar weg kan halen voor het fout gaat.' 

'Het gaat niet fout,' zei ze resoluut.

Ik glimlachte kort naar haar, maar ik wist dat die glimlach mijn ogen niet bereikte. Net zoals ik wist dat wij ons er beiden bewust van waren dat haar woorden een grote leugen waren. 


Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Com